Boerderij

Op het terrein van de Kumari-school staat ook een boerderij.

Het boerenbedrijf bestaat uit landbouwgrond, een boomgaard met fruitbomen, een paddenstoelenkwekerij, een visvijver, een koeienstal met vijf koeien, kippen, enkele geiten, een biogasinstallatie, een tractor met aanhangwagen en ploeg. Op het land worden biologische groenten verbouwd voor eigen gebruik. Een boer en boerin bewerken het land en zorgen voor de dieren. De kinderen helpen ongeveer een uur per dag mee bij het verzorgen van de dieren of oogsten van fruit en groenten. Alle kinderen hebben een eigen schooltuin en ze mogen zelf weten wat ze verbouwen.

De boerderij beschikt over opslagplaatsen, waar de oogsten worden bewaard. Naast het voorzien in eigen behoeften heeft de boerderij ook een educatief doel: alle kinderen van de Kumari-school komen van het platteland en krijgen landbouwonderwijs, waardoor ze wellicht later beter in hun eigen onderhoud kunnen voorzien dan wel een baan kunnen vinden in de landbouwsector.

Rijst, linzen, mais, komkommer, tomaten, aardappelen, bonen en kool zijn de voornaamste producten.40% van het voedsel wordt op het land van de school verbouwd en 60 % wordt afgenomen van de arme boeren uit de omgeving. De landbouwgrond levert 2 tot 3 oogsten per jaar. In de paddenstoelenkwekerij kan men gedurende 5 maanden paddenstoelen kweken met een opbrengst van 20 kilo per dag. In de visvijver kan men 4- 6 maanden vissen houden voor de consumptie. Vissen zijn gevoelig voor de temperatuur en in de winter is het houden van vissen niet mogelijk.

De oudere leerlingen van de Kumari-school leren melken. Een koe geeft 7 liter melk per dag.
De oudere leerlingen van de Kumari-school leren melken. Een koe geeft 7 liter melk per dag.

Bij de Kumari-school horen ook